Kinderen van 0-4 jaar mogen naar de opvang:
- met verkoudheidsklachten (zoals loopneus, neusverkoudheid, niezen en keelpijn);
- als ze af en toe hoesten,
- met bekende chronische luchtwegklachten, astma of hooikoorts zonder koorts en/of benauwdheid.
Maar verder blijven ze zoveel mogelijk thuis (bijvoorbeeld niet op bezoek bij anderen). Ook moeten zij thuisblijven bij verergering van deze klachten met hoesten, koorts en/of benauwdheid, of als zij getest gaan worden en/of in afwachting zijn van het testresultaat.
Kinderen van 4-12 jaar (primair onderwijs, noodopvang BSO, gastouderopvang) mogen met klachten passend bij COVID-19 niet naar school of naar de voorschoolse- en buitenschoolse opvang en blijven thuis. Uitgezonderd zijn kinderen die:
- Af en toe hoesten;
- Bekende chronische luchtwegklachten hebben;
- Bekend zijn met astma of hooikoorts zonder koorts en/of benauwdheid.
Deze kinderen mogen wel naar school en de voorschoolse- en buitenschoolse opvang, tenzij de klachten verergeren of nieuwe klachten passend bij COVID-19 ontstaan.
In de volgende situaties blijven kinderen ook thuis:
- Kinderen die getest worden, blijven thuis totdat de uitslag bekend is
- Kinderen die bij iemand in huis wonen die naast (milde) klachten die passen bij COVID-19, ook koorts heeft en/of benauwd is. Dan geldt: iedereen in het huis blijft thuis totdat die persoon een negatieve testuitslag heeft.
- Kinderen met een huisgenoot met COVID-19.
Leave A Comment